De doorsnee bevolking is gelukkig, maar er is een aanzienlijk aandeel mensen dat zeer negatief doet over de beste tijd die de mensheid ooit heeft gekend. Het is zeker zo dat we nog veel werk voor de boeg hebben om de mens nog gelukkiger te maken. Ons systeem is verre van perfect, er zijn nog vele valkuilen en eens zo veel uitdagingen, maar onze westerse manier van bestaan is wel de meest deugende die er momenteel bestaat.
De indruk bestaat dat vele politici en invloedrijke personen zich onvoldoende bewust zijn dat onze westerse samenleving de kiemen bij uitstek heeft om uit te groeien tot een permanent bloeiende samenleving. Pijlers zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van ondernemen, vrijheid van mobiliteit en vrijheid van onderzoek zijn fundamenteel om een dergelijke samenleving overeind te houden. Toch zijn sommige mensen overtuigd dat het einde van dit bestaan nabij is. Zelfs zeer intelligente mensen en mensen die onze wetten schrijven lijken beïnvloed door gedachtegangen met weinig nuance of analyses die geen grond van waarheid hebben.
Het feit dat deze mensen zeer talrijk aanwezig zijn in de politiek, media, scholen en het middenveld, verontrust. Des te meer verontrust het feit dat er zo weinig mensen zijn die hen durven tegen te spreken.
Doemdenken van alle tijden
Het doemdenken is van alle tijden. Je vindt de Dag des Oordeels terug in de Bijbel, maar ook Cicero sloeg twee millennia geleden zijn armen in de lucht met de uitspraak “o tijden, o zeden!”. Elke generatie had wel zijn bedenkingen bij de generaties daarop. Ondanks het feit dat bejaarden wel eens melancholisch terugmijmeren aan hun jeugdjaren en daarbij beweren dat het vroeger allemaal beter was, geloven ze dat diep van binnen zelf niet.
Je moest aan het begin van de vorige eeuw al dikke chance hebben en uit een speciaal soort hout zijn gesneden om je tiende levensjaar te halen. Vele moeders stierven tijdens hun bevalling. Er was armoede troef. Verweesde kinderen of kinderen waarnaar niet werd omgekeken, moesten noodgedwongen opvang vinden bij buren die zelf al amper alle monden konden voeden. Voor de Tweede Wereldoorlog was het leren van Frans betalend. Daardoor werd vaak enkel de oudste van de kinderen naar die lessen gestuurd. De rest mocht een carrière bij de overheid of doorgroeimogelijkheden in de private sector daardoor gewoon vergeten. Er was bij de meeste huishoudens geen elektriciteit tot in de jaren 30 en water was vaak via een bronput op te halen. Spoedafdelingen bestonden nauwelijks. Je was aangewezen op de dokter, die vaak dan nog sigaren smoorde in zijn praktijk.
Dan zwijgen we nog over het gebrek aan particulier transport, de keuzevrijheid van goederen en diensten, en de gelijke rechten voor man en vrouw. Het is echter niet enkel “vroeger” waaraan mensen zich willen vastpinnen, maar ook de schrik voor nieuwe ontwikkelingen. De angst dat die zouden leiden tot een minder kwaliteitsvolle samenleving. Zo was de komst van de stoomtrein voer voor discussie: het treinverkeer zou de grazende koeien zoveel stress bezorgen dat ze geen melk meer zouden produceren. Zo waren er in West-Europa ook debatten rond de maatschappelijke impact van de kleuren-tv (1970) en commerciële zenders (1990), waarbij tegenstanders telkens het morele failliet van de samenleving aanhaalden.
Pessimisme geworteld in misantropie
Misantropie is een levenshouding die wordt gekenmerkt door onverschilligheid en een sterk wantrouwen tegenover de mens. Het is herkenbaar in politieke organisaties die er alles aan doen om de consumptie van de mens in te perken.
Voor ecologisten is de mens niet te vertrouwen omdat volgens hen de planeet onder de consumptie van de mens lijdt. Voor socialisten is de mens niet te vertrouwen omdat volgens hen de mens zonder beteugeling en overheidsingrijpen de andere mens onderdrukt en arm maakt. Voor religieuzen is de mens horig aan een moreel project waarin zijn eigen wensen en keuzes moeten plaatsmaken voor moderatie en hij de schaarse middelen moet herverdelen. Voor conservatieven is de mens onderdeel van een collectief gemeenschapsproject en moet hij in zekere mate afstand doen van zijn eigenheid en autonomie om zoveel mogelijk in het gareel te lopen van dat collectieve project.
Elk van de voorgenoemde ideologen doet verwoede pogingen om de handrem op te trekken ten koste van een natuurlijke maatschappelijke evolutie en vooral van het autonome handelen van het individu. Elk van deze ideologen wantrouwt de mens als volledig onafhankelijke speler die vrijwillig bepaalt van welke samenwerkingen hij zelf deel wil uitmaken.
De spelers in de maatschappij die baat hebben bij de populariteit van een dergelijke ideologische groepering, zorgen er dan ook voor dat ze deze ideeën zoveel mogelijk ingang laten vinden bij jan modaal. Je kan ervan zeggen wat je wilt, maar de ultieme spiegel van de maatschappij is de commentarensectie van Het Laatste Nieuws. Het aandeel misantropische commentaren is opvallend.
Het doemscenario van overbevolking
Ik koos een artikel van Het Laatste Nieuws over verjongingspillen. De sensationele titel met de vraag of we “straks 1000 jaar oud zullen worden”, verraadt niet dat het eerder gaat over methodes die de kans vergroten om langer gezond en fit te blijven. Hier een overzicht van 5 reacties (van de 27).




Meerdere commentaren maken de analyse dat er momenteel sprake zou zijn van overbevolking en dat de bevolking (en daardoor onze voetafdruk) enkel maar zou stijgen. Populaire voorspellingen voorzien dat we andere planeten zouden koloniseren of dat pandemieën schoon schip zouden maken onder de wereldbevolking.
De wetenschappelijke bevindingen over onze globale demografie zeggen toch iets anders. Dezelfde demografen die tal van decennia geleden er niet ver naast zaten (met 1 jaar) toen we de kaap van 8 miljard mensen bereikten, voorspellen net een afname in groei en uiteindelijk ook een globale bevolkingsafname.
De populaties in Azië zullen blijven stijgen, maar de populaties in Noord-Amerika, Europa en zelfs Afrika zullen afnemen. Dat heeft alles te maken met precies onze levensstijl en economisch kapitalistisch model. De keuzevrijheid, de welvaart en de omvorming van onze samenleving naar een kennismaatschappij zorgen ervoor dat we onze kinderwens uitstellen en drastisch beperken in functie van het financieel en praktisch haalbare. Ook speelt de dalende fertiliteit een rol. Of verdere drastische bevolkingstoename in Europa sterk voelbaar zou zijn is dus maar de vraag. India en China blijven de grootste slokkoppen wat hun aandeel in de wereldbevolking betreft.
Wetenschappers voorspellen algemeen een bevolkingsdaling nog voor het einde van deze eeuw, wanneer de wereldbevolking een piek zal kennen van een slordige 10 miljard mensen. Ja, in sommige delen van de wereld is er sprake van overbevolking, maar dat is niet overal zo en overbevolking is nog steeds een politieke definitie. Met de bevolkingsdaling die voornamelijk eerst in het Westen zal worden ingezet, is overbevolking geen argument om het geloof in de mensheid te verliezen. Integendeel. Het zal zaaks zijn om voldoende mensen in allerlei sectoren en dienstverlening te vinden om de samenleving draaiende te houden. In de volgende eeuw zal het Westen in dat opzicht een braindrainbeleid moeten voeren om talenten uit andere werelddelen aan te werven ter compensatie van het stijgend aantal knelpuntberoepen.
Herstel het geloof in de mens, wees een optimist
Precies daarom moeten het geloof in de mens herstellen. Het geloof dat de mens iets waard is en naar eigen ervaring en expertise kan bijdragen aan de samenleving.
Uit ecologisch oogpunt gaan we geen bang moeten hebben om onze resources helemaal op te gebruiken. De hoge wereldbevolking is een fenomeen dat enkele eeuwen duurt en zich op een bepaald niveau zal stabiliseren. Met de nodige aandacht voor onze omgeving, slim en zuinig omspringen met materiaal en plek, maar zonder de rem te zetten op investering en consumptie, kunnen we de wereld zeker aan. Het komt dus allemaal wel goed, mits we aantal zaken in het achterhoofd houden en afstappen van enkele taboes op energieopwekking. De economie is geen taart die verdeeld wordt totdat er niets meer zou overblijven. Als we voor iedereen betere en vrijere omstandigheden creëren, wordt de hoeveelheid beschikbare taarten ook groter.
Er is meer optimisme nodig. Dat begint bij u en mij. Optimisme door vrijheid. Optimisme voor vooruitgang.
Henning Van Duffel, algemeen ondervoorzitter Voor U